Émailler en néerlandais
Traduction: émailler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verfraaien, opwerken, emailleren, vermooien, uitdossen, flatteren, versieren, opsieren, decoreren, glazuur, email, emaille, geëmailleerd, geëmailleerde
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): émailler
réémailler une baignoire, réémailler une baignoire en fonte, émailler antonymes, émailler baignoire, émailler du métal, émailler dictionnaire de langue néerlandais, émailler en néerlandais
Traductions
- émacié en néerlandais - spichtig, schraal, mager, schriel, hoekig, sprietig, uitgehongerd
- émail en néerlandais - verglazen, glazuren, lakken, verlakken, glazuur, glanzen, vernis, ...
- émana en néerlandais - voortkwam, uitstraalde, voortgekomen, straalde, afkomstig
Mots aléatoires
Émailler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verfraaien, opwerken, emailleren, vermooien, uitdossen, flatteren, versieren, opsieren, decoreren, glazuur, email, emaille, geëmailleerd, geëmailleerde
Traductions: verfraaien, opwerken, emailleren, vermooien, uitdossen, flatteren, versieren, opsieren, decoreren, glazuur, email, emaille, geëmailleerd, geëmailleerde