Énonciation en néerlandais
Traduction: énonciation, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bericht, ontdekken, spreekwoord, uitdrukking, aanzien, voorkomen, uiting, kijk, betuiging, affiche, bekendmaking, advies, aanplakbiljet, poster, air, gezegde, verkondiging, enunciatie, uitdrukking is, voordracht
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): énonciation
double énonciation, définition double énonciation, définition énonciation, la double énonciation, théâtre double énonciation, énonciation dictionnaire de langue néerlandais, énonciation en néerlandais
Traductions
- énoncer en néerlandais - inkleden, vervatten, helder, praten, onvermengd, getuigen, zetten, ...
- énoncez en néerlandais - spreken, praten, spreek, Speak, Praat
- énoncé en néerlandais - getuigenis, aankondiging, testimonium, vertoning, declaratie, poster, aanplakbiljet, ...
Mots aléatoires
Énonciation en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bericht, ontdekken, spreekwoord, uitdrukking, aanzien, voorkomen, uiting, kijk, betuiging, affiche, bekendmaking, advies, aanplakbiljet, poster, air, gezegde, verkondiging, enunciatie, uitdrukking is, voordracht
Traductions: bericht, ontdekken, spreekwoord, uitdrukking, aanzien, voorkomen, uiting, kijk, betuiging, affiche, bekendmaking, advies, aanplakbiljet, poster, air, gezegde, verkondiging, enunciatie, uitdrukking is, voordracht