Épanchement en néerlandais
Traduction: épanchement, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stuiven, verspuiten, opspatten, uitstorting, uitgieten, uitbarsting, uitstorten, ontboezeming
Autres langues
Mots associés / Définition (def): épanchement
epanchement, epanchement de synovie, epanchement pleural, epanchement synovie, genou, épanchement dictionnaire de langue néerlandais, épanchement en néerlandais
Traductions
- épaissir en néerlandais - verdikken, aandikken, dikker worden, dikker, indikken
- épaississeur en néerlandais - verdikkingsmiddel, verdikker, bindmiddel, indikker
- épancher en néerlandais - val, morsen, ontlasten, te ontlasten, ontzorgen, ontlast, verlichten
- épandre en néerlandais - rondstrooien, besmeren, uitspreiden, val, afgeven, verbreiden, sauzen, ...
Mots aléatoires
Épanchement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stuiven, verspuiten, opspatten, uitstorting, uitgieten, uitbarsting, uitstorten, ontboezeming
Traductions: stuiven, verspuiten, opspatten, uitstorting, uitgieten, uitbarsting, uitstorten, ontboezeming