Épanouir en néerlandais
Traduction: épanouir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vooruitgang, uitbreiden, evolueren, afwikkelen, genaken, bevorderen, uitrollen, aanpakken, naderen, vordering, openbaren, formeren, promoveren, ontrollen, voortgang, bloeien, gedijen, bloei, floreren, bloeit
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): épanouir
synonyme épanouir, épanouir anglais, épanouir antonymes, épanouir conjugaison, épanouir définition, épanouir dictionnaire de langue néerlandais, épanouir en néerlandais
Traductions
- épanoui en néerlandais - zonsopgang, bloeiend, bloeiende, blooming, bloeien, bloei
- épanouie en néerlandais - bloeiend, bloeiende, blooming, bloeien, bloei
- épanouissement en néerlandais - slag, bloeien, bevordering, voortgang, houw, bloem, vordering, ...
- épargna en néerlandais - gespaard, spaarde, bespaard, ontzien, gespaard gebleven
Mots aléatoires
Épanouir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vooruitgang, uitbreiden, evolueren, afwikkelen, genaken, bevorderen, uitrollen, aanpakken, naderen, vordering, openbaren, formeren, promoveren, ontrollen, voortgang, bloeien, gedijen, bloei, floreren, bloeit
Traductions: vooruitgang, uitbreiden, evolueren, afwikkelen, genaken, bevorderen, uitrollen, aanpakken, naderen, vordering, openbaren, formeren, promoveren, ontrollen, voortgang, bloeien, gedijen, bloei, floreren, bloeit