Épargner en néerlandais

Traduction: épargner, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
konfijten, behoeden, uitwinnen, uitzuinigen, overbodig, besparen, onderhouden, uitsparen, inmaken, behouden, conserveren, redden, bezuinigen, overhouden, balsem, bewaren, sparen, behalve
Épargner en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): épargner

comment épargner, définition épargner, synonyme épargner, épargner antonymes, épargner de l'argent, épargner dictionnaire de langue néerlandais, épargner en néerlandais

Traductions

  • épargne en néerlandais - tegenspartelen, zuinigheid, tegenstreven, spaarzaamheid, volkshuishoudkunde, besparing, weerstaan, ...
  • épargnent en néerlandais - uitzuinigen, uitwinnen, bergen, redden, behouden, behoeden, besparen, ...
  • épargnes en néerlandais - weerstaan, tegenspartelen, tegenstreven, spaargeld, besparingen, besparing, spaargelden, ...
  • épargnez en néerlandais - behouden, bergen, bezuinigen, uitsparen, uitwinnen, behoeden, bewaren, ...
Mots aléatoires
Épargner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: konfijten, behoeden, uitwinnen, uitzuinigen, overbodig, besparen, onderhouden, uitsparen, inmaken, behouden, conserveren, redden, bezuinigen, overhouden, balsem, bewaren, sparen, behalve