Épluchure en néerlandais
Traduction: épluchure, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afpellen, schillen, jassen, schil, het vel los te, van het vel los, peel
Autres langues
Mots associés / Définition (def): épluchure
éplucher synonyme, épluchure antonymes, épluchure d'orange, épluchure d'orange dans les chaussettes, épluchure de pomme, épluchure dictionnaire de langue néerlandais, épluchure en néerlandais
Traductions
- éplucher en néerlandais - scheepsromp, schillen, ladder, schaal, rugschild, vacht, schilfer, ...
- éplucheur en néerlandais - schilmesje, schilmachine, dunschiller, peeler, schiller
- épluchures en néerlandais - peelings, schillen, schoonmakers, peeling, schillen van
- épointer en néerlandais - stomp, oprecht, bot, eerlijk, stompe, botte, blunt
Mots aléatoires
Épluchure en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afpellen, schillen, jassen, schil, het vel los te, van het vel los, peel
Traductions: afpellen, schillen, jassen, schil, het vel los te, van het vel los, peel