Équivalence en néerlandais
Traduction: équivalence, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
pariteit, gelijkheid, gelijkwaardigheid, equivalentie, de gelijkwaardigheid, gelijkstelling, gelijkwaardig
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): équivalence
equivalence, équivalence antonymes, équivalence bac, équivalence bac belgique, équivalence bafa, équivalence dictionnaire de langue néerlandais, équivalence en néerlandais
Traductions
- équitation en néerlandais - varen, gaan, rijden, karren, paardrijden
- équité en néerlandais - justitie, rechter, gerechtigheid, richter, billijkheid, rechtvaardigheid, eigen vermogen, ...
- équivalences en néerlandais - equivalenties, gelijkwaardigheidstabellen, equivalences, rijbewijzen gelijkwaardig, gelijkwaardigheid vast
- équivalent en néerlandais - dito, zelfde, hoe, eender, equivalent, als, voor, ...
Mots aléatoires
Équivalence en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: pariteit, gelijkheid, gelijkwaardigheid, equivalentie, de gelijkwaardigheid, gelijkstelling, gelijkwaardig
Traductions: pariteit, gelijkheid, gelijkwaardigheid, equivalentie, de gelijkwaardigheid, gelijkstelling, gelijkwaardig