Érafler en néerlandais
Traduction: érafler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
krauwen, afkrabben, scharrelen, orkestreren, rancune, haatdragendheid, wrok, grazen, wraakzucht, schram, wraakgierigheid, krabben, klauwen, weiden, krassen, kras, nul
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): érafler
érafler antonymes, érafler conjugaison, érafler définition, érafler en anglais, érafler grammaire, érafler dictionnaire de langue néerlandais, érafler en néerlandais
Traductions
- éraflement en néerlandais - krabben, krassen, scratchen, scratching, krassen op
- éraflent en néerlandais - krabben, klauwen, krauwen, schram, scharrelen, schrapen, scrape, ...
- éraflez en néerlandais - klauwen, krabben, schram, krauwen, scharrelen, krassen, kras, ...
- éraflons en néerlandais - krabben, schram, scharrelen, krauwen, klauwen
Mots aléatoires
Érafler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: krauwen, afkrabben, scharrelen, orkestreren, rancune, haatdragendheid, wrok, grazen, wraakzucht, schram, wraakgierigheid, krabben, klauwen, weiden, krassen, kras, nul
Traductions: krauwen, afkrabben, scharrelen, orkestreren, rancune, haatdragendheid, wrok, grazen, wraakzucht, schram, wraakgierigheid, krabben, klauwen, weiden, krassen, kras, nul