Évacuer en néerlandais

Traduction: évacuer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
wegdoen, ruimen, poepen, lichten, leeg, lenzen, uitschakelen, opdoeken, kakken, evacueren, uittrekken, afzetten, uitlaat, ontruimen, ledig, uitmaken, te evacueren, evacuatie, te ontruimen
Évacuer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): évacuer

évacuer acide lactique, évacuer antonymes, évacuer calcul rénal, évacuer conjugaison, évacuer en anglais, évacuer dictionnaire de langue néerlandais, évacuer en néerlandais

Traductions

  • évacue en néerlandais - wieken, lonten, pitten, zwavelkaarsen, absorbeert
  • évacuent en néerlandais - ontruimen, evacueren, te evacueren, evacuatie, te ontruimen
  • évacuez en néerlandais - evacueren, ontruimen, Evacueer, Evacueer de, te evacueren
  • évacuons en néerlandais - evacueren, ontruimen, te evacueren, evacuatie, te ontruimen
Mots aléatoires
Évacuer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: wegdoen, ruimen, poepen, lichten, leeg, lenzen, uitschakelen, opdoeken, kakken, evacueren, uittrekken, afzetten, uitlaat, ontruimen, ledig, uitmaken, te evacueren, evacuatie, te ontruimen