Éventer en néerlandais

Traduction: éventer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanzetten, aanwakkeren, aroma, wannen, wijsje, ventilator, reuk, deun, air, luchtje, ruiken, lucht, voorkomen, spuien, melodie, parfum, fan, ventilator van, de ventilator, waaier
Éventer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): éventer

éventer antonymes, éventer définition, éventer grammaire, éventer la mèche, éventer le riz, éventer dictionnaire de langue néerlandais, éventer en néerlandais

Traductions

  • évent en néerlandais - kwel, welput, fontein, bron, spuitgat, wak, blaasgat, ...
  • éventail en néerlandais - breedte, wijd, wijdte, bereik, kachel, fornuis, baan, ...
  • éventration en néerlandais - opening, bres, breuk, gaping, verbreking, scheuring, scheuren, ...
  • éventrer en néerlandais - de buik opensnijden, buik opensnijden, ingewanden, ingewanden ontdoen, de ingewanden ontdoen
Mots aléatoires
Éventer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanzetten, aanwakkeren, aroma, wannen, wijsje, ventilator, reuk, deun, air, luchtje, ruiken, lucht, voorkomen, spuien, melodie, parfum, fan, ventilator van, de ventilator, waaier