Aérer en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

aider synonyme, aérer antonymes, aérer chambre, aérer conjugaison, aérer gazon, aérer dictionnaire de langue néerlandais, aérer en néerlandais

Traductions

aérateur en néerlandais - aanwakkeren, aanvuren, ventilator, wan, aanzetten, beluchter, perlator, ...
aération en néerlandais - ventilatie, luchtverversing, ademhaling, beluchting, beluchten, verluchting, airconditioning
aérien en néerlandais - wijsje, antenne, bovengronds, air, ra, voelhoorn, voelhoren, ...
aérobie en néerlandais - aerobics, aerobic, aerobicslessen

Mots aléatoires

Aérer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: lucht, luchten, wannen, melodie, deun, air, voorkomen, waaien, wijsje, ventileren, deuntje, bries, beluchten, te beluchten, belucht, beluchten van