Abondant en néerlandais
Traduction: abondant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
abundant, rijkelijk, rijk, royaal, alcoholisch, uitgebreid, drinker, klankvol, uitbundig, omvangrijk, hartelijk, luxueus, welig, uitgestrekt, vruchtbaar, alcoholhoudend, overvloedig, overvloedige, overvloed, overvloed aan, in overvloed
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): abondant
abandon de poste, abondance en fete, abondant 28, abondant 28410, abondant 28570, abondant dictionnaire de langue néerlandais, abondant en néerlandais
Traductions
- abondamment en néerlandais - ruimschoots, rijkelijk, overvloedig, rijk, onuitputtelijk, hevig, uitbundig
- abondance en néerlandais - pracht, overvloed, weelderigheid, rijkdom, lux, amplitude, weeldeartikel, ...
- abondante en néerlandais - rijkelijk, ruimschoots, overvloedig, overvloedige, overvloed, overvloed aan, in overvloed
- abonde en néerlandais - wemelt, overvloedig, overvloed, in overvloed, rijk
Mots aléatoires
Abondant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: abundant, rijkelijk, rijk, royaal, alcoholisch, uitgebreid, drinker, klankvol, uitbundig, omvangrijk, hartelijk, luxueus, welig, uitgestrekt, vruchtbaar, alcoholhoudend, overvloedig, overvloedige, overvloed, overvloed aan, in overvloed
Traductions: abundant, rijkelijk, rijk, royaal, alcoholisch, uitgebreid, drinker, klankvol, uitbundig, omvangrijk, hartelijk, luxueus, welig, uitgestrekt, vruchtbaar, alcoholhoudend, overvloedig, overvloedige, overvloed, overvloed aan, in overvloed