Absence en néerlandais
Traduction: absence, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verzuim, verstek, uitstedigheid, absentie, mangel, afwezigheid, ontbreken, gebreke, geen, gebrek
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): absence
absence antonymes, absence d'anticorps, absence d'immunité, absence de, absence de libido, absence dictionnaire de langue néerlandais, absence en néerlandais
Traductions
- abréviation en néerlandais - reduceren, verkleinen, vereenvoudigen, maaien, verlagen, inkrimpen, afkorting, ...
- abscisse en néerlandais - abscis, een abscis, de abscis
- absences en néerlandais - afwezigheden, afwezigheid, absenties, verlof, afwezig
- absent en néerlandais - verstrooid, afwezige, absent, vandoor, uitstedig, wegblijver, heen, ...
Mots aléatoires
Absence en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verzuim, verstek, uitstedigheid, absentie, mangel, afwezigheid, ontbreken, gebreke, geen, gebrek
Traductions: verzuim, verstek, uitstedigheid, absentie, mangel, afwezigheid, ontbreken, gebreke, geen, gebrek