Accouché en néerlandais
Traduction: accouché, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
geboorte, de geboorte, Geboortejaar, bevalling, geboortedatum
Autres langues
Mots associés / Définition (def): accouché
accouche a 29 sa, accouche a 32 semaine d'aménorrhée, accouche a 35 semaine d'aménorrhée, accouche a 35 semaine de grossesse, accouche a 36 sa, accouché dictionnaire de langue néerlandais, accouché en néerlandais
Traductions
- accouchant en néerlandais - bevalling, de bevalling, geboorte, de geboorte, bevallingen
- accouchement en néerlandais - bezorging, levering, aflevering, inlevering, bevalling, de levering
- accouchent en néerlandais - beperken, beknotten, begrenzen, geboorte, de geboorte, Geboortejaar, bevalling, ...
Mots aléatoires
Accouché en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: geboorte, de geboorte, Geboortejaar, bevalling, geboortedatum
Traductions: geboorte, de geboorte, Geboortejaar, bevalling, geboortedatum