Accouchant en néerlandais
Traduction: accouchant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bevalling, de bevalling, geboorte, de geboorte, bevallingen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): accouchant
accouchant antonymes, accouchant en anglais, accouchant grammaire, accouchant mots croisés, accouchant signification, accouchant dictionnaire de langue néerlandais, accouchant en néerlandais
Traductions
- accoucha en néerlandais - bevallen, beviel, gaf geboorte, baarde, bevallen van
- accouche en néerlandais - geboorte, de geboorte, Geboortejaar, bevalling, geboortedatum
- accouchement en néerlandais - bezorging, levering, aflevering, inlevering, bevalling, de levering
Mots aléatoires
Accouchant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bevalling, de bevalling, geboorte, de geboorte, bevallingen
Traductions: bevalling, de bevalling, geboorte, de geboorte, bevallingen