Accourir en néerlandais
Traduction: accourir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verhaasten, haastigheid, jachten, vaart, dringen, haast, voortmaken, spoed, haasten, bespoedigen, zich haasten, versnellen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): accourir
accourir anglais, accourir antonymes, accourir au futur de l'indicatif, accourir au present, accourir au subjonctif présent, accourir dictionnaire de langue néerlandais, accourir en néerlandais
Traductions
- accourent en néerlandais - verhaasten, haasten, stormloop, haast, drukte, spits
- accourez en néerlandais - verhaasten, haasten, bespoedigen, zich haasten, versnellen
- accourons en néerlandais - haasten, verhaasten, moet afslaan, moeten richten, zou blijken, moet worden in-, moeten wenden
- accours en néerlandais - verhaasten, bespoedigen, zich haasten, versnellen, haasten
Mots aléatoires
Accourir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verhaasten, haastigheid, jachten, vaart, dringen, haast, voortmaken, spoed, haasten, bespoedigen, zich haasten, versnellen
Traductions: verhaasten, haastigheid, jachten, vaart, dringen, haast, voortmaken, spoed, haasten, bespoedigen, zich haasten, versnellen