Acheteur en néerlandais
Traduction: acheteur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afnemer, handelaar, wederverkoper, koopman, cliënt, zakenman, koper, klant, de koper, kopers
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): acheteur
acheteur alternance, acheteur antonymes, acheteur bordeaux, acheteur compulsif, acheteur cycliste, acheteur dictionnaire de langue néerlandais, acheteur en néerlandais
Traductions
- achetant en néerlandais - kopen, buying, het kopen, te kopen, aankoop
- acheter en néerlandais - toucheren, zaak, atelier, aankopen, afnemen, raken, werkplaats, ...
- achetez en néerlandais - koop, aanschaf, aanschaffen, gekochte, inkoop, overname, afnemen, ...
- achetâmes en néerlandais - kocht enkele, kocht wat, kocht een paar, kochten wat, gekocht
Mots aléatoires
Acheteur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afnemer, handelaar, wederverkoper, koopman, cliënt, zakenman, koper, klant, de koper, kopers
Traductions: afnemer, handelaar, wederverkoper, koopman, cliënt, zakenman, koper, klant, de koper, kopers