Adhérer en néerlandais
Traduction: adhérer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aaneenvoegen, verenigen, kleven, samenbinden, vastbinden, aansluiten, aanhechten, belenden, samenbrengen, toetreden, verbinden, samenvoegen, toetreden tot, sluiten, lid worden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): adhérer
adhérer antonymes, adhérer au fn, adhérer au ps, adhérer cgt, adhérer définition, adhérer dictionnaire de langue néerlandais, adhérer en néerlandais
Traductions
- adhérence en néerlandais - band, adhesie, binding, grip, obligatie, aanhankelijkheid, naleving, ...
- adhérent en néerlandais - deskundig, vaardig, handig, vakman, beoefenaar, expert, lid, ...
- adhérez en néerlandais - toetreden, toetreden tot, aansluiten, sluiten, lid worden
- adhérons en néerlandais - aanhangen, kleven, hangen, houden, voldoen
Mots aléatoires
Adhérer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aaneenvoegen, verenigen, kleven, samenbinden, vastbinden, aansluiten, aanhechten, belenden, samenbrengen, toetreden, verbinden, samenvoegen, toetreden tot, sluiten, lid worden
Traductions: aaneenvoegen, verenigen, kleven, samenbinden, vastbinden, aansluiten, aanhechten, belenden, samenbrengen, toetreden, verbinden, samenvoegen, toetreden tot, sluiten, lid worden