Adjectif en néerlandais

Traduction: adjectif, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
adjectief, bijvoeglijk, bijvoeglijk naamwoord, naamwoord
Adjectif en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): adjectif

accord adjectif, adjectif anglais, adjectif antonymes, adjectif attribut, adjectif ce1, adjectif dictionnaire de langue néerlandais, adjectif en néerlandais

Traductions

  • adirer en néerlandais - verspelen, verliezen, verbeuren, opgeven, kwijtraken
  • adjacent en néerlandais - aanliggend, aangrenzend, naburig, volgend, aangrenzende, grenzend, grenst, ...
  • adjectival en néerlandais - bijvoeglijk, bijvoeglijke, adjectivische, adjectief, adjectivale
  • adjoignant en néerlandais - toe te voegen, toevoegen, het toevoegen van, het toevoegen, toevoeging
Mots aléatoires
Adjectif en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: adjectief, bijvoeglijk, bijvoeglijk naamwoord, naamwoord