Affluent en néerlandais

Traduction: affluent, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vermogend, gefortuneerd, toevloed, rijk, zijrivier, fjord, instroom, schatplichtige, schatplichtig, zijrivier van, een zijrivier
Affluent en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): affluent

affluent antonymes, affluent confluent, affluent danube, affluent de l'adour, affluent de l'eure, affluent dictionnaire de langue néerlandais, affluent en néerlandais

Traductions

  • affligés en néerlandais - geteisterd, gekweld, getroffen, verdrukt, behept
  • affluence en néerlandais - aandrukken, toetsing, aandringen, werken, pers, pompoen, troep, ...
  • affluer en néerlandais - loop, stroming, vlieten, vloeien, lopen, stromen, stroom, ...
  • afflux en néerlandais - rijk, bloedaandrang, gefortuneerd, haast, zijrivier, stroom, vermogend, ...
Mots aléatoires
Affluent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vermogend, gefortuneerd, toevloed, rijk, zijrivier, fjord, instroom, schatplichtige, schatplichtig, zijrivier van, een zijrivier