Affranchir en néerlandais

Traduction: affranchir, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
lossen, schenken, traktement, salaris, verlossen, eerlijk, paffen, stempel, vlot, vlam, uitlaten, schieten, bevrijden, muntstempel, dokken, verdienste, vrij maken, verkiezingen te laten deelnemen, het kiesrecht geven aan
Affranchir en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): affranchir

a affranchir, affranchir antonymes, affranchir colis, affranchir colis la poste, affranchir colis ligne, affranchir dictionnaire de langue néerlandais, affranchir en néerlandais

Traductions

  • affranchie en néerlandais - port, porto, frankering, verzendkosten, postzegels
  • affranchies en néerlandais - port, porto, frankering, verzendkosten, postzegels
  • affranchirent en néerlandais - bevrijd, bevrijdde, vrijgemaakt, bevrijde, vrijgekomen
  • affranchis en néerlandais - loslaten, bevrijden, afhelpen, verlossen, bevrijd, bevrijdde, vrijgemaakt, ...
Mots aléatoires
Affranchir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: lossen, schenken, traktement, salaris, verlossen, eerlijk, paffen, stempel, vlot, vlam, uitlaten, schieten, bevrijden, muntstempel, dokken, verdienste, vrij maken, verkiezingen te laten deelnemen, het kiesrecht geven aan