Agencer en néerlandais

Traduction: agencer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voorschrijven, genootschap, bevel, aanvragen, vereniging, maatschappij, volgorde, gemeenschap, regelen, leveren, verschaffen, order, bevoorraden, afdoen, orde, club, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten
Agencer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): agencer

agencer antonymes, agencer grammaire, agencer la surface de vente, agencer mots croisés, agencer sa cuisine, agencer dictionnaire de langue néerlandais, agencer en néerlandais

Traductions

  • agencement en néerlandais - aanpassing, organisatie, instelling, schikking, akkoord, behoorlijk, wijziging, ...
  • agencent en néerlandais - aanrichten
  • agencez en néerlandais - aanrichten, in het ontwerpen, bij het ontwerp, bij het ontwerpen, bij de ontwikkeling, bij de formulering
Mots aléatoires
Agencer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voorschrijven, genootschap, bevel, aanvragen, vereniging, maatschappij, volgorde, gemeenschap, regelen, leveren, verschaffen, order, bevoorraden, afdoen, orde, club, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten