Agresser en néerlandais
Traduction: agresser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
werkstaking, houwen, vlaag, raken, botsen, stormloop, charge, offensief, klappen, tackelen, treffen, aanvallen, slaan, bestorming, aangrijpen, aanranden, aanval, aanslag, attack, aanval over
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): agresser
agresser antonymes, agresser conjugaison, agresser en anglais, agresser en espagnol, agresser etymologie, agresser dictionnaire de langue néerlandais, agresser en néerlandais
Traductions
- agrarien en néerlandais - boer, agrariër, agrarisch, landbouwer, agrarische, de agrarische, landbouwhervorming
- agresseur en néerlandais - aanrander, vooruit, voorwaarts, aanvaller, voorspeler, agressor, dader, ...
- agressif en néerlandais - agressief, aanvallend, katterig, offensief, agressieve, agressiever, agressievere
Mots aléatoires
Agresser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: werkstaking, houwen, vlaag, raken, botsen, stormloop, charge, offensief, klappen, tackelen, treffen, aanvallen, slaan, bestorming, aangrijpen, aanranden, aanval, aanslag, attack, aanval over
Traductions: werkstaking, houwen, vlaag, raken, botsen, stormloop, charge, offensief, klappen, tackelen, treffen, aanvallen, slaan, bestorming, aangrijpen, aanranden, aanval, aanslag, attack, aanval over