Angoisser en néerlandais
Traduction: angoisser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
druk, onraad, kwellen, hinderen, moeilijkheid, alarmeren, beklemming, vraagpunt, kwestie, opstoken, verontwaardigen, opgave, kras, vraagstuk, benauwdheid, kwiek, angstig, bezorgd, ongerust, angstige, bang
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): angoisser
angoisser antonymes, angoisser conjugaison, angoisser en anglais, angoisser espagnol, angoisser grammaire, angoisser dictionnaire de langue néerlandais, angoisser en néerlandais
Traductions
- angoisse en néerlandais - alarmeren, beroering, probleem, kwestie, foltering, tierig, opschudding, ...
- angoissent en néerlandais - smart, benauwdheid, zielsangst, angst, beklemming, zieltogen, folteren, ...
- angoisseux en néerlandais - zenuwachtig, nerveus, bang
- angoissez en néerlandais - benauwdheid, zielsangst, beklemming, smart, angst
Mots aléatoires
Angoisser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: druk, onraad, kwellen, hinderen, moeilijkheid, alarmeren, beklemming, vraagpunt, kwestie, opstoken, verontwaardigen, opgave, kras, vraagstuk, benauwdheid, kwiek, angstig, bezorgd, ongerust, angstige, bang
Traductions: druk, onraad, kwellen, hinderen, moeilijkheid, alarmeren, beklemming, vraagpunt, kwestie, opstoken, verontwaardigen, opgave, kras, vraagstuk, benauwdheid, kwiek, angstig, bezorgd, ongerust, angstige, bang