Annexé en néerlandais
Traduction: annexé, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vleugel, bewerking, bijkomend, afdak, dochteronderneming, aanhechting, aanhangsel, passagier, suffix, teelt, bebouwing, achtervoegsel, bijlage, bijbehorend, luifel, appendix, bijgebouw, dependance, van bijlage, bijlage
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): annexé
annexe 1, annexe 2047, annexe 2047 suisse 2013, annexe 24, annexe 4, annexé dictionnaire de langue néerlandais, annexé en néerlandais
Traductions
- annexant en néerlandais - annexatie, het bijvoegen
- annexent en néerlandais - gehecht, gehechte, gevoegd, gevoegde, bijgevoegde
- annexer en néerlandais - aaneenschakelen, kornuit, toetreden, vastbinden, optellen, inhouden, verbinden, ...
Mots aléatoires
Annexé en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vleugel, bewerking, bijkomend, afdak, dochteronderneming, aanhechting, aanhangsel, passagier, suffix, teelt, bebouwing, achtervoegsel, bijlage, bijbehorend, luifel, appendix, bijgebouw, dependance, van bijlage, bijlage
Traductions: vleugel, bewerking, bijkomend, afdak, dochteronderneming, aanhechting, aanhangsel, passagier, suffix, teelt, bebouwing, achtervoegsel, bijlage, bijbehorend, luifel, appendix, bijgebouw, dependance, van bijlage, bijlage