Anticipée en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: anticipée, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

vroeg, vroegtijdig, vroege, begin, begin van

Autres langues

Mots associés / Définition (def): anticipée

anticiper synonyme, anticipée antonymes, anticipée définition, anticipée grammaire, anticipée mots croisés, anticipée dictionnaire de langue néerlandais, anticipée en néerlandais

Traductions

anticipèrent en néerlandais - voorzien, verwacht, voorziene, gepland, bedoeld
anticipé en néerlandais - voorafgaand, vroeg, vorig, pril, voorbarig, verleden, voorgaand, ...
anticipées en néerlandais - vroeg, vroegtijdig, vroege, begin, begin van
anticipés en néerlandais - geanticipeerd, verwacht, verwachting, verwachte, verwachten

Mots aléatoires