Appareil en néerlandais
Traduction: appareil, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
zwerm, orgel, zetten, betamelijk, complet, kudde, neerleggen, set, uitrusting, machines, modificatie, gemak, foefje, stel, schare, orgaan, apparaat, inrichting, toestel, het apparaat
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): appareil
appareil antonymes, appareil auditif, appareil dentaire, appareil grammaire, appareil mots croisés, appareil dictionnaire de langue néerlandais, appareil en néerlandais
Traductions
- apparaît en néerlandais - verschijnt, lijkt, blijkt, weergegeven, schijnt
- apparaître en néerlandais - aanmaken, uitvoeren, opdraven, bedrijven, opdagen, overkomen, verschijnen, ...
- appareillage en néerlandais - hulpmiddelen, kamrad, machines, aanpakken, tandrad, stelletje, machinerieën, ...
- appareiller en néerlandais - totaal, uitrusten, compleet, algeheel, aggregaat, paren, volslagen, ...
Mots aléatoires
Appareil en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zwerm, orgel, zetten, betamelijk, complet, kudde, neerleggen, set, uitrusting, machines, modificatie, gemak, foefje, stel, schare, orgaan, apparaat, inrichting, toestel, het apparaat
Traductions: zwerm, orgel, zetten, betamelijk, complet, kudde, neerleggen, set, uitrusting, machines, modificatie, gemak, foefje, stel, schare, orgaan, apparaat, inrichting, toestel, het apparaat