Appendice en néerlandais
Traduction: appendice, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bijlage, bijbehorend, optelling, toevoegsel, premie, bijkomstig, lidmaat, bonus, vermeerdering, supplement, appendix, aanhangsel, toelage, toevoeging, toeslag, secundair, van aanhangsel
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): appendice
appendice antonymes, appendice caudal, appendice cote, appendice coté, appendice de poulpe, appendice dictionnaire de langue néerlandais, appendice en néerlandais
Traductions
- appelées en néerlandais - riep, genoemd, heet, genaamd, noemde
- appelés en néerlandais - riep, genoemd, heet, genaamd, noemde
- appendicite en néerlandais - appendicitis, blindedarmontsteking, een blindedarmontsteking, blindedarm, acute appendicitis
- appentis en néerlandais - keet, tent, kraam, loods, afdak, stalletje, huisje, ...
Mots aléatoires
Appendice en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bijlage, bijbehorend, optelling, toevoegsel, premie, bijkomstig, lidmaat, bonus, vermeerdering, supplement, appendix, aanhangsel, toelage, toevoeging, toeslag, secundair, van aanhangsel
Traductions: bijlage, bijbehorend, optelling, toevoegsel, premie, bijkomstig, lidmaat, bonus, vermeerdering, supplement, appendix, aanhangsel, toelage, toevoeging, toeslag, secundair, van aanhangsel