Appendicite en néerlandais
Traduction: appendicite, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
appendicitis, blindedarmontsteking, een blindedarmontsteking, blindedarm, acute appendicitis
Autres langues
Mots associés / Définition (def): appendicite
appendice, appendicite a gauche, appendicite adulte, appendicite aigue, appendicite antonymes, appendicite dictionnaire de langue néerlandais, appendicite en néerlandais
Traductions
- appelés en néerlandais - riep, genoemd, heet, genaamd, noemde
- appendice en néerlandais - bijlage, bijbehorend, optelling, toevoegsel, premie, bijkomstig, lidmaat, ...
- appentis en néerlandais - keet, tent, kraam, loods, afdak, stalletje, huisje, ...
- appesantissement en néerlandais - last, laden, lading, vracht, inladen, zwaarte, zwaar, ...
Mots aléatoires
Appendicite en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: appendicitis, blindedarmontsteking, een blindedarmontsteking, blindedarm, acute appendicitis
Traductions: appendicitis, blindedarmontsteking, een blindedarmontsteking, blindedarm, acute appendicitis