Apportent en néerlandais
Traduction: apportent, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
brengen, aandragen, bezorgen, aanbrengen, meebrengen, te brengen, breng, doen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): apportent
apportent antonymes, apportent grammaire, apportent les oeufs, apportent mots croisés, apportent signification, apportent dictionnaire de langue néerlandais, apportent en néerlandais
Traductions
- apportant en néerlandais - brengen, het brengen, het brengen van, brengen van, waardoor
- apporte en néerlandais - brengt, geeft, komt, zorgt
- apporter en néerlandais - uitkiezen, achten, behoeven, erkennen, beslaan, bedenken, uithouden, ...
- apportez en néerlandais - aandragen, aanbrengen, brengen, bezorgen, meebrengen, te brengen, breng, ...
Mots aléatoires
Apportent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: brengen, aandragen, bezorgen, aanbrengen, meebrengen, te brengen, breng, doen
Traductions: brengen, aandragen, bezorgen, aanbrengen, meebrengen, te brengen, breng, doen