Apprend en néerlandais
Traduction: apprend, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
leert, kennis gekomen, ter kennis gekomen, ter kennis, kennis heeft
Autres langues
Mots associés / Définition (def): apprend
apprend a compter le rire jaune, apprend a dessiner, apprend a lire, apprend a sucer, apprend antonymes, apprend dictionnaire de langue néerlandais, apprend en néerlandais
Traductions
- apposition en néerlandais - toepassing, aanwending, bijstelling, aanhechting, appositie, aanbrenging, bijvoeging
- apprenant en néerlandais - leerling, lerende, leerder, cursist, student
- apprendre en néerlandais - horen, vernemen, ontvangen, toehoren, instrueren, toeluisteren, krijgen, ...
- apprends en néerlandais - vernemen, aanleren, leren, te leren, leer, leert, weten
Mots aléatoires
Apprend en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: leert, kennis gekomen, ter kennis gekomen, ter kennis, kennis heeft
Traductions: leert, kennis gekomen, ter kennis gekomen, ter kennis, kennis heeft