Approbateur en néerlandais
Traduction: approbateur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
goedkeuring, goedkeuren, goedkeuring van, goedkeuren van, de goedkeuring
Autres langues
Mots associés / Définition (def): approbateur
approbateur antonymes, approbateur document, approbateur définition, approbateur en anglais, approbateur english, approbateur dictionnaire de langue néerlandais, approbateur en néerlandais
Traductions
- apprivoiser en néerlandais - temmen, dresseren, africhten, tam, te temmen, bedwingen, tamme
- apprivoisé en néerlandais - dresseren, africhten, temmen, tam, te temmen, bedwingen, tamme
- approbation en néerlandais - aanneming, tegoed, citaat, goedkeuring, overeenstemming, giro, toejuiching, ...
- approcha en néerlandais - benaderde, benaderd, naderde, benaderden, naderden
Mots aléatoires
Approbateur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: goedkeuring, goedkeuren, goedkeuring van, goedkeuren van, de goedkeuring
Traductions: goedkeuring, goedkeuren, goedkeuring van, goedkeuren van, de goedkeuring