Approcha en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: approcha, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

benaderde, benaderd, naderde, benaderden, naderden

Autres langues

Mots associés / Définition (def): approcha

approcha antonymes, approcha grammaire, approcha mots croisés, approcha signification, approche actionnelle, approcha dictionnaire de langue néerlandais, approcha en néerlandais

Traductions

approbateur en néerlandais - goedkeuring, goedkeuren, goedkeuring van, goedkeuren van, de goedkeuring
approbation en néerlandais - aanneming, tegoed, citaat, goedkeuring, overeenstemming, giro, toejuiching, ...
approchable en néerlandais - liquide, genaakbaar, beschikbaar, bereikbaar, toegankelijk, voorhanden, aanspreekbaar, ...
approchai en néerlandais - benaderde, benaderd, naderde, benaderden, naderden

Mots aléatoires