Aspirer en néerlandais
Traduction: aspirer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanleggen, beschrijven, uittekenen, inblazen, honk, toelachen, inboezemen, trekken, strekking, aftekenen, opzuigen, zin, objectief, bedoeling, aanlokken, beogen, aspireren, aspiraat, zuig, verzamelbak, aspiratie
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): aspirer
aspirateur site, aspirer a, aspirer antonymes, aspirer définition, aspirer en anglais, aspirer dictionnaire de langue néerlandais, aspirer en néerlandais
Traductions
- aspire en néerlandais - zuigt, sucks, zuigen, klote, rotplek
- aspirent en néerlandais - najagen, nastreven, verlangen, smachten, hunkeren, yearn, snakken
- aspirez en néerlandais - najagen, nastreven, verlangen, smachten, hunkeren, yearn, snakken
- aspirine en néerlandais - aspirine, aspirin, acetylsalicylzuur, van aspirine, aspirientje
Mots aléatoires
Aspirer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanleggen, beschrijven, uittekenen, inblazen, honk, toelachen, inboezemen, trekken, strekking, aftekenen, opzuigen, zin, objectief, bedoeling, aanlokken, beogen, aspireren, aspiraat, zuig, verzamelbak, aspiratie
Traductions: aanleggen, beschrijven, uittekenen, inblazen, honk, toelachen, inboezemen, trekken, strekking, aftekenen, opzuigen, zin, objectief, bedoeling, aanlokken, beogen, aspireren, aspiraat, zuig, verzamelbak, aspiratie