Asseoir en néerlandais

Traduction: asseoir, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vereenzelvigen, broeden, lokaliteit, gewas, plaats, afhandelen, vaststellen, poseren, ruimte, kont, zitplaats, vastleggen, positie, afdoen, vastmaken, bril, zetel, zitting, zitvlak
Asseoir en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): asseoir

asseoir antonymes, asseoir bebe, asseoir bébé, asseoir conjugaison, asseoir définition, asseoir dictionnaire de langue néerlandais, asseoir en néerlandais

Traductions

  • assermentation en néerlandais - eden, eed, Geloften, Oaths, eeden
  • assermenté en néerlandais - gezworen, beëdigd, beëdigde, ede, onder ede
Mots aléatoires
Asseoir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vereenzelvigen, broeden, lokaliteit, gewas, plaats, afhandelen, vaststellen, poseren, ruimte, kont, zitplaats, vastleggen, positie, afdoen, vastmaken, bril, zetel, zitting, zitvlak