Assortir en néerlandais
Traduction: assortir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verkiezen, optie, innen, monteren, duo, tokkelen, afrukken, uitzoeken, keuze, bevoorraden, knabbelen, rapen, priemen, bestellen, compileren, afbreken, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): assortir
assortir antonymes, assortir bleu marine, assortir chaussettes, assortir conjugaison, assortir couleur, assortir dictionnaire de langue néerlandais, assortir en néerlandais
Traductions
- assorties en néerlandais - koppeling, overeenkomende, bijpassende, matching, passende
- assortiment en néerlandais - troep, variatie, collectie, afwisseling, scope, bende, geslacht, ...
- assortis en néerlandais - slag, soort, geslacht, aard, indelen, koppeling, overeenkomende, ...
Mots aléatoires
Assortir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verkiezen, optie, innen, monteren, duo, tokkelen, afrukken, uitzoeken, keuze, bevoorraden, knabbelen, rapen, priemen, bestellen, compileren, afbreken, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten
Traductions: verkiezen, optie, innen, monteren, duo, tokkelen, afrukken, uitzoeken, keuze, bevoorraden, knabbelen, rapen, priemen, bestellen, compileren, afbreken, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten