Assure en néerlandais
Traduction: assure, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor
Autres langues
Mots associés / Définition (def): assure
a comme assure, assu 2000, assure ameli, assure antonymes, assure cetim, assure dictionnaire de langue néerlandais, assure en néerlandais
Traductions
- assurance en néerlandais - zekerheid, provisie, mandaat, machtiging, aanvoer, gijzelaar, pand, ...
- assurant en néerlandais - zorgen, het waarborgen van, ervoor te zorgen, waarborgen van, waarborgen
- assurent en néerlandais - betuigen, waarborgen, beveiligen, verzekeren, assureren, voorzien, verschaffen, ...
- assurer en néerlandais - betuigen, vormen, bepalen, bevoorraden, herstellen, beschutten, bekrachtigen, ...
Mots aléatoires
Assure en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor
Traductions: garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor