Attachent en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: attachent, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

aanhechten, hechten, bevestigen, bevestig, te bevestigen, koppelen

Mots associés

aanhechten en français

Autres langues

Mots associés / Définition (def): attachent

attachant synonyme, attachent antonymes, attachent grammaire, attachent les bateaux, attachent mots croisés, attachent dictionnaire de langue néerlandais, attachent en néerlandais

Traductions

attache en néerlandais - band, scheren, accolade, klamp, touw, stel, span, ...
attachement en néerlandais - genegenheid, gemoedsbeweging, emotie, aandoening, aanhechting, affect, gehechtheid, ...
attacher en néerlandais - band, stel, aanbrengen, samenbinden, affix, echtelieden, vastleggen, ...
attaches en néerlandais - bevestigingsmiddelen, Fasteners, bevestigingsmaterialen, bevestigingsartikelen, Bevestigingsmateriaal

Mots aléatoires