Auprès en néerlandais
Traduction: auprès, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bezijden, ernaast, voor, welhaast, eerstvolgend, aanliggend, bijna, daarnaast, tegen, zowat, naast, komend, aanstaand, hiernaast, aangrenzend, bij, nabij, dichtbij, buurt, de buurt, buurt van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): auprès
au près, auprès antonymes, auprès de, auprès de en anglais, auprès de ma blonde, auprès dictionnaire de langue néerlandais, auprès en néerlandais
Traductions
- aune en néerlandais - elleboog, el, Ell, van Ell
- auparavant en néerlandais - vroeger, weleer, daarvoor, vooraan, eerder, voorheen, voor, ...
- auriculaire en néerlandais - oor, oor-, auricular, auricularis, auriculair
- auricule en néerlandais - aurikel, auricula
Mots aléatoires
Auprès en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bezijden, ernaast, voor, welhaast, eerstvolgend, aanliggend, bijna, daarnaast, tegen, zowat, naast, komend, aanstaand, hiernaast, aangrenzend, bij, nabij, dichtbij, buurt, de buurt, buurt van
Traductions: bezijden, ernaast, voor, welhaast, eerstvolgend, aanliggend, bijna, daarnaast, tegen, zowat, naast, komend, aanstaand, hiernaast, aangrenzend, bij, nabij, dichtbij, buurt, de buurt, buurt van