Avouer en néerlandais
Traduction: avouer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schikking, genieten, opvangen, toelaten, erkennen, overeenstemming, verdrag, billijken, akkoord, vergunning, eigen, veroorloven, recipiëren, binnenlaten, gunnen, accepteren, belijden, bekennen, biechten, toegeven, te belijden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): avouer
avouer a une fille qu'on l'aime, avouer anglais, avouer antonymes, avouer conjugaison, avouer en anglais, avouer dictionnaire de langue néerlandais, avouer en néerlandais
Traductions
- avorteurs en néerlandais - abortus, van abortus, abortionists, abortionisten, abortusaanhangers
- avorté en néerlandais - mislukt, afgebroken, geaborteerd, geaborteerde, onderbroken, geannuleerd
- avoué en néerlandais - advocaat, verdediger, raadsman, pleitbezorger, procureur, gemachtigde, raadgever inzake, ...
- avril en néerlandais - april
Mots aléatoires
Avouer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schikking, genieten, opvangen, toelaten, erkennen, overeenstemming, verdrag, billijken, akkoord, vergunning, eigen, veroorloven, recipiëren, binnenlaten, gunnen, accepteren, belijden, bekennen, biechten, toegeven, te belijden
Traductions: schikking, genieten, opvangen, toelaten, erkennen, overeenstemming, verdrag, billijken, akkoord, vergunning, eigen, veroorloven, recipiëren, binnenlaten, gunnen, accepteren, belijden, bekennen, biechten, toegeven, te belijden