Badaud en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

badaud antonymes, badaud définition, badaud définition larousse, badaud grammaire, badaud meuble, badaud dictionnaire de langue néerlandais, badaud en néerlandais

Traductions

bactériologique en néerlandais - bacteriologisch, bacteriologische, de bacteriologische, op bacteriologische, bacteriële
bactériologiste en néerlandais - bacterioloog, bacteriologist
badauder en néerlandais - aanstaren, mik, gapen, salon, aangapen, rustbank, brood, ...
badigeonnage en néerlandais - witten, vergoelijken, witwassen, whitewashing, het witten

Mots aléatoires

Badaud en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: geducht, deugdelijk, hecht, gedegen, sterk, fiks, zwaar, massief, hevig, krachtig, wandelaar, wandelwagen, kinderwagen, buggy, stroller