Balbutier en néerlandais
Traduction: balbutier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aarzeling, stotteren, stamelen, hakkelen, gestamel, stammer, gestotter
Autres langues
Mots associés / Définition (def): balbutier
balbutier antonymes, balbutier conjugaison, balbutier définition, balbutier en anglais, balbutier grammaire, balbutier dictionnaire de langue néerlandais, balbutier en néerlandais
Traductions
- balbutiement en néerlandais - aarzeling, stotteren, stamelen, hakkelen, gestamel, stamelend, stamelende
- balbutiements en néerlandais - kindsheid, kinderschoenen, kinderschoenen staat, kleutertijd, kindertijd
- balcon en néerlandais - galerij, gang, portiek, trans, veranda, gaanderij, balkon, ...
- balcons en néerlandais - balkons, balkon, een balkon, balkon met, een balkon met
Mots aléatoires
Balbutier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aarzeling, stotteren, stamelen, hakkelen, gestamel, stammer, gestotter
Traductions: aarzeling, stotteren, stamelen, hakkelen, gestamel, stammer, gestotter