Banalité en néerlandais
Traduction: banalité, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afgezaagd, plat, banaal, nietszeggend, gewoontjes, alledaags, banaliteit, banale, de banaliteit, banaliteiten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): banalité
banalité antonyme, banalité antonymes, banalité citation, banalité d'usage, banalité du mal, banalité dictionnaire de langue néerlandais, banalité en néerlandais
Traductions
- banalisation en néerlandais - trivialisering, bagatellisering, banalisering, trivialisatie, vervlakking
- banaliser en néerlandais - maken, te maken, maakt, te, maak
- banane en néerlandais - banaan, pisang, bananen, banana, van bananen, bananenproducenten
- bananes en néerlandais - bananen, van bananen, sector bananen, de sector bananen
Mots aléatoires
Banalité en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afgezaagd, plat, banaal, nietszeggend, gewoontjes, alledaags, banaliteit, banale, de banaliteit, banaliteiten
Traductions: afgezaagd, plat, banaal, nietszeggend, gewoontjes, alledaags, banaliteit, banale, de banaliteit, banaliteiten