Bien-être en néerlandais
Traduction: bien-être, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bemoedigen, verlichten, rust, gemak, gerief, vertroosting, troosten, vertroosten, comfort, troost, welzijn, welvaart, het welzijn, welzijn van, het welzijn van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bien-être
bien être, bien-être & spa, bien-être antonymes, bien-être au travail, bien-être au travail définition, bien-être dictionnaire de langue néerlandais, bien-être en néerlandais
Traductions
- bien en néerlandais - vrij, band, tamelijk, expert, leuk, corrigeren, eveneens, ...
- bien-aimé en néerlandais - kostbaar, duur, prijzig, bemind, geacht, waardevol, dierbaar, ...
- bienfaisance en néerlandais - menslievendheid, welwillendheid, naastenliefde, weldadigheid, heilzaamheid, liefdadigheid, weldoen, ...
- bienfaisant en néerlandais - goedaardig, gezond, charitatief, onschuldig, weldadig, weldadige, weldoende, ...
Mots aléatoires
Bien-être en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bemoedigen, verlichten, rust, gemak, gerief, vertroosting, troosten, vertroosten, comfort, troost, welzijn, welvaart, het welzijn, welzijn van, het welzijn van
Traductions: bemoedigen, verlichten, rust, gemak, gerief, vertroosting, troosten, vertroosten, comfort, troost, welzijn, welvaart, het welzijn, welzijn van, het welzijn van