Bienséant en néerlandais
Traduction: bienséant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voegzaam, fatsoenlijk, luttel, achtbaar, behoorlijk, gepast, zedig, adaptatie, bewerking, respectabel, bescheiden, achtenswaard, keurig, aanpassing, passend, modificatie, betamelijk, seemly, sieren, betamen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bienséant
adjectif bienséant, benjamin bienséant, bienséance larousse, bienséant antonyme, bienséant antonymes, bienséant dictionnaire de langue néerlandais, bienséant en néerlandais
Traductions
- biens en néerlandais - tegoed, handelsartikel, attribuut, eigenschap, kwaliteit, boerderij, goed, ...
- bienséance en néerlandais - genade, fatsoen, gunst, gratie, sieren, sierlijkheid, bevalligheid, ...
- bientôt en néerlandais - welhaast, binnenkort, spoedig, alras, gauw, weldra, haast, ...
- bienveillance en néerlandais - genade, gunst, liefheid, genadigheid, gratie, begunstiging, bevalligheid, ...
Mots aléatoires
Bienséant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voegzaam, fatsoenlijk, luttel, achtbaar, behoorlijk, gepast, zedig, adaptatie, bewerking, respectabel, bescheiden, achtenswaard, keurig, aanpassing, passend, modificatie, betamelijk, seemly, sieren, betamen
Traductions: voegzaam, fatsoenlijk, luttel, achtbaar, behoorlijk, gepast, zedig, adaptatie, bewerking, respectabel, bescheiden, achtenswaard, keurig, aanpassing, passend, modificatie, betamelijk, seemly, sieren, betamen