Biffer en néerlandais
Traduction: biffer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
wissen, wegvegen, schrappen, annuleren, tenietdoen, afwissen, afgelasten, uitvegen, wegwissen, intrekken, afvegen, doorhalen, uitwissen, afdrogen, afbestellen, gommen, staking, Strike, aanval, de Staking, staking van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): biffer
biffer antonymes, biffer argot, biffer cannes, biffer déf, biffer définition, biffer dictionnaire de langue néerlandais, biffer en néerlandais
Traductions
- bienvenue en néerlandais - welkom, welkome, Welcome, harte welkom, van harte welkom
- bienvenues en néerlandais - welkom, welkome, Welcome, harte welkom, van harte welkom
- bifteck en néerlandais - biefstuk, bief, steak, lapje vlees, vlees, lapje
- bifurcation en néerlandais - vork, tweesprong, kruis, splitsing, vertakking, bifurcatie
Mots aléatoires
Biffer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: wissen, wegvegen, schrappen, annuleren, tenietdoen, afwissen, afgelasten, uitvegen, wegwissen, intrekken, afvegen, doorhalen, uitwissen, afdrogen, afbestellen, gommen, staking, Strike, aanval, de Staking, staking van
Traductions: wissen, wegvegen, schrappen, annuleren, tenietdoen, afwissen, afgelasten, uitvegen, wegwissen, intrekken, afvegen, doorhalen, uitwissen, afdrogen, afbestellen, gommen, staking, Strike, aanval, de Staking, staking van