Bifurcation en néerlandais
Traduction: bifurcation, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vork, tweesprong, kruis, splitsing, vertakking, bifurcatie
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bifurcation
bifurcation antonymes, bifurcation autoroute, bifurcation autoroutière, bifurcation carotidienne, bifurcation code, bifurcation dictionnaire de langue néerlandais, bifurcation en néerlandais
Traductions
- biffer en néerlandais - wissen, wegvegen, schrappen, annuleren, tenietdoen, afwissen, afgelasten, ...
- bifteck en néerlandais - biefstuk, bief, steak, lapje vlees, vlees, lapje
- bifurquer en néerlandais - depot, afscheiden, afwateringsgebied, ontstaan, vork, tweesprong, delen, ...
- bigame en néerlandais - bigamist
Mots aléatoires
Bifurcation en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vork, tweesprong, kruis, splitsing, vertakking, bifurcatie
Traductions: vork, tweesprong, kruis, splitsing, vertakking, bifurcatie