Bise en néerlandais
Traduction: bise, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kussen, zoenen, zoen, noorden, kus, noord, kiss, kus van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bise
auberge pere bise, bise antonymes, bise de cheval, bise définition, bise en allemand, bise dictionnaire de langue néerlandais, bise en néerlandais
Traductions
- biscotte en néerlandais - biscuit, koekje, beschuit, Rusk, beschuit van, De Beschuit, De Beschuit van
- biscuit en néerlandais - koek, biscuit, taart, koekje, cake, koekjes, kaakje, ...
- biseau en néerlandais - helling, taaltje, jargon, schuin, afschuining, schuine, bevel, ...
- biseauter en néerlandais - zetten, vereenvoudigen, inkrimpen, verlagen, snede, maaien, reduceren, ...
Mots aléatoires
Bise en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kussen, zoenen, zoen, noorden, kus, noord, kiss, kus van
Traductions: kussen, zoenen, zoen, noorden, kus, noord, kiss, kus van