Bouchons en néerlandais
Traduction: bouchons, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afsluiten, station, opheffen, afbreken, halte, pleisterplaats, aflaten, staken, stopplaats, stoppen, logeren, aanhouden, stelpen, afzetten, statie, stopzetten, caps, doppen, kappen, petten, kapjes
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bouchons
bouchon, bouchon plastique, bouchons 276, bouchons antonymes, bouchons autoroute, bouchons dictionnaire de langue néerlandais, bouchons en néerlandais
Traductions
- bouchon en néerlandais - bougie, hinderpaal, kruin, toppunt, muts, stopmiddel, stekker, ...
- bouchonné en néerlandais - gekurkt, corked, kurk, gekurkte, kurkte
- bouchèrent en néerlandais - gestopt, stopte, stopten, stopgezet, gestopt met
Mots aléatoires
Bouchons en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afsluiten, station, opheffen, afbreken, halte, pleisterplaats, aflaten, staken, stopplaats, stoppen, logeren, aanhouden, stelpen, afzetten, statie, stopzetten, caps, doppen, kappen, petten, kapjes
Traductions: afsluiten, station, opheffen, afbreken, halte, pleisterplaats, aflaten, staken, stopplaats, stoppen, logeren, aanhouden, stelpen, afzetten, statie, stopzetten, caps, doppen, kappen, petten, kapjes