Bronche en néerlandais
Traduction: bronche, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
luchtpijpvertakking, bronchie, bronchus, bronchiën, de bronchus
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bronche
bronche antonymes, bronche bouchée, bronche bronchiole, bronche de nelson, bronche dilatée, bronche dictionnaire de langue néerlandais, bronche en néerlandais
Traductions
- bronchai en néerlandais - terugdeinzen, ontmoettet, aarzelen, flinch, wijken
- bronchant en néerlandais - struikelen, struikelend, struikelblok, struikelblokken, aanstoots
- bronchent en néerlandais - struikelen, struikeling, Stumble, struikeld bijna, strompelen
- broncher en néerlandais - toer, tocht, trip, reis, struikelen, struikeling, Stumble, ...
Mots aléatoires
Bronche en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: luchtpijpvertakking, bronchie, bronchus, bronchiën, de bronchus
Traductions: luchtpijpvertakking, bronchie, bronchus, bronchiën, de bronchus